Below you will find the full interview I had with Thijs de Jong about the energy cooperative Amsterdam Energie. For a shortened version, check my regular post here. We reflected on the role of Amsterdam Energie and energy cooperatives more generally in promoting and shaping energy democracy.
If you’re inspired by the interview, contact him or hook up with Amsterdam Energie on Facebook, Instagram or Twitter.
First, we talked about recruiting new members and about the possibilities for members to get practically involved. After that we talked about what the energy cooperative can do to (help) realize new renewable energy infrastructure.
More specifically, we talked about how to communicate the cooperative idea, using events to lower the threshold for more participation, making ‘energy’ something tangible, their strategy to realize new PV infrastructure, how they hope to contribute to new wind turbines, how cooperatives might be the best way to get (residential) stakeholders involved and on board, and finally about how to work with homeowners associations and housing corporations.
The interview is in Dutch, but the headings are in English, if you do not master this delicately beautiful language, but want to see if there are maybe some sections in particular that you want to run through Google Translate or alternative like DeepL.
Enjoy!
Communicating the cooperative idea
Marten
Laten we beginnen met hoe het is om nieuwe klanten te zoeken, campagne te voeren. Eén van jullie pitches lijkt te zijn dat mensen ‘empowered’ worden
Thijs
“Baas maakt” 😉
Marten
Kan je iets vertellen over die campagne en hoe die aanslaat?
Thijs
Ja, dat ‘baas worden’ is eigenlijk een spannende uitleg van wat het coöperatieve gedachtegoed kan betekenen. Namelijk, simpel gezegd, elk lid heeft evenveel stemrecht, dus je bent allemaal evenveel baas van de club. En je bent volledig transparant over de financiële stromen die er rondgaan en met de winst gaan we dan als leden besluiten waar we die winst verder gaan investeren. In die zin ben je dus de baas over de coöperatie en tegelijkertijd word je dan ook baas over je eigen energie. Nu is energie normaal gesproken een product dat je als consument gewoon tot je neemt en dat is eigenlijk heel vreemd voor zoiets super wezenlijks als energie – de basis van onze samenleving. Dus als je daar ook de baas over kunt worden…
Maar tegelijkertijd is dat een redelijk nieuw idee. Het coöperatief handelen in Nederland is natuurlijk heel oud, maar dat de zogenaamde “commons” in de belangstelling staan, dat is iets van de afgelopen 10 jaar, als reactie op de financiële crisis. Dus ja, we gebruiken het wel naar buiten, naar klanten toe. Maar het is minder belangrijk dan het verhaal van de energietransitie, en die willen versnellen en [het verhaal van] volledig duurzame energie. Daar heeft een breder publiek een duidelijkere voorstelling van dan als je het gaat hebben over coöperaties.
Marten
Hoe weet je dat, dat het energietransitieverhaal belangrijker is?
Thijs
Voor een deel uit onderzoek dat onze overkoepelende organisatie gedaan heeft, om (nieuwe energie). Die hebben klantenonderzoek uitgevoerd en daar bleek uit dat het duurzaamheidsidee het belangrijkst is voor mensen om over te stappen. En het is ook uit onze eigen ervaring, als je met mensen spreekt, als je bijvoorbeeld op een buurtmarkt bent. Dan is het coöperatieve verhaal een beetje verwarrend. ‘Maar kan ik dan wel gewoon stroom bij jullie krijgen?’ ‘Kan ik wel gewoon klant bij jullie worden?’ Zeg maar, ‘kan ik alsjeblieft wel gewoon consument bij jullie zijn? (haha) En dat is in de basis gewoon hetzelfde [bij ons als bij elke andere provider - MB], maar dat werkt iets verwarrender, voor sommigen, niet voor allen. Ik denk ook, maar dat weet ik niet zo goed, dat de eerste mensen die zich aansloten bij Amsterdam Energie, dat ook veel sterker vanuit een idealistische, coöperatief idee hebben gedaan. En dat dat zich dan langzaam verschuift als je naar een grotere doelgroep gaat, die meer voor dat groene ideaal overstapt. Dat idee heb ik.
Marten
Pas je daar je campagnes wel op aan?
Thijs
Ja.
Marten
Hoe doe je dat?
Thijs
In de berichten die je naar buiten toe gebruikt en de verhalen die je vertelt naar buiten toe, vooral benadrukken wat je als coöperatie wilt bereiken op gebied van groene energie. Dus het samen verwezenlijken van nieuwe zonnepanelen op daken in Amsterdam, maar ook bijvoorbeeld ons streven als coöperaties om nieuwe windmolens rondom Amsterdam te kunnen zetten. Aan de andere kant zeg je dan ook, ‘wij zijn ook een coöperatie, dus je hebt ook zeggenschap, en als we met meer mensen zijn, kunnen we hopelijk ook lagere prijzen gaan bieden, want we hebben geen winstbejag’. Maar dat is de tweede of derde boodschap.
Marten
Eenmaal lid, zijn ze baas van de coöperatie. Hoe vertaalt zich dat…
Thijs
…naar participatie.
Marten
Ja
Thijs
Nou misschien nog één ding, voordat we daar op in gaan. Dan ben je dus “lid” en dat is ook wel een beetje verwarrend. Bij Amsterdam Energie zeggen we altijd, vind ik zelf ook fijn, “je bent lid van een coöperatie”. Terwijl eigenlijk veel coöperaties, ook onze landelijke koepel, het liever hebben over ‘klanten’. Omdat je dat die energielevering vooropstelt en vervolgens die zeggenschap. Bij Amsterdam Energie vinden we het toch nog fijn om het over leden te hebben, omdat er voor ons gevoel wel een belangrijk onderscheidend iets is. Alleen, moet je dan zeggen, in marketingtaal, “word lid”? Want dat snappen mensen misschien niet. Dan zeg je toch “sluit je aan”, maar je gaat niet zeggen: “word klant”. Dat is toch een beetje schipperen, wel recht doen aan het verhaal waar je voor staat, maar ook dat het makkelijk te begrijpen is.
Marten
En de verwarring is nogmaals, dat als je “lid worden” gebruikt, dan snappen mensen misschien niet dat je feitelijk energie van jullie af kunnen nemen.
Thijs
Precies. Dan denken ze, oh, dan is het een soort milieuclub.
Marten
Juist.
Getting people involved
Thijs.
Maar goed, dan over participatie hè.
Marten
Gaat de boodschap dan wel leven, die van het lidmaatschap?
Thijs
Nee, ik denk dat we wat dat betreft ook wel een uitzonderlijke vorm van een coöperatie zijn, want volgens mij is het ’t fijnste van een coöperatie, zoals bij een coöperatieve tuin, of samen in de landbouw, een als je café runt met z’n allen, dat dat heel concreet is, tastbaar bijna, en dat is energie natuurlijk niet. We zijn ook een hele grote coöperatie, en ook best wel anoniem, want leden kennen elkaar vaak niet. Dat is trouwens ook een streven voor mij, ik ben hier voor de zomer begonnen, om ook naar manieren te zoeken om leden meer met elkaar in contact te brengen. Dus ook los van de ledenvergaderingen die je hebt, 1 x per jaar, dat je ook andere events hebt waar mensen bij kunnen zijn. Successen kunnen vieren die je als coöperatie behaalt in Amsterdam.
Tastbaar product. (Coöperatief boeren met steun van het Amerikaans Ministerie voor Landbouw.)
Die participatie is nog best moeilijk. Het is een club die drijft op een beperkt aantal vrijwilligers, plus twee betaalde krachten, namelijk ikzelf en de directeur. Dat is toch anders als je zegt, ‘we gaan komende zondag met z’n allen weer tuinieren’, we hebben een vrijwilligersrooster – dat hebben wij allemaal niet.
Marten
Puur logistiek, het runnen op vrijwilligers, is dat te doen? Of heb je daar een knelpunt?
Thijs
In zekere zin wel, omdat je dan toch natuurlijk veel vraagt van mensen, terwijl je tegelijkertijd niet alles kunt vragen van mensen.
Marten
Wat vraag je?
Thijs
Tijd, inzet. Of ze ook aanwezig zijn als we ergens met een kraam staan, of dat ze naar een meeting willen gaan, een keer een stuk willen schrijven voor de website. Het is een beetje uit nood geboren. Dat gaat wel, maar dat heeft als consequentie dat je heel goed moet nadenken over ‘hoe ga ik mijn energie inzetten, als coöperatie’.
Marten
Hebben jullie daar manieren voor gevonden om dat te managen, die vrijwilligersvraag?
Thijs
We proberen altijd wel: dat we naar leden zeggen, ‘op die en die momenten komen we bij elkaar, die tweewekelijkse campagneoverleg, sluit daarbij aan als je dat wil’ – dus die oproep is er altijd, dus we zouden het ook superfijn vinden als zich daar meer mensen bij zouden aansluiten. Verder ligt een groot deel van het werk bij diegenen die wel betaald kunnen worden.
Holding events
Marten
Je hebt drie uitdagingen genoemd: 1) energie is niet tastbaar, 2) we draaien op vrijwilligers en 3) we zijn groot en anoniem. Wat betreft het laatste heb je een aantal strategieën genoemd om daar mee om te gaan, zoals meer evenementen dan alleen de jaarlijkse ledenvergadering organiseren, je noemde “vieren” en de tweewekelijkse campagnewerkgroepen. Wat doe je bij die andere events?
Thijs
Bijvoorbeeld zijn we nu bezig met een best groot zonnedak in West, waarvan volgende de installatie van de eerste zonnepanelen begint. Nou, dat is een supermooi moment, een belangrijke stap en dat soort momenten moet je ook aangrijpen om de bewoners die met ons mee hebben gewerkt te bedanken, en dat te vieren als succes. Ondertussen gaan we nu naar de 750 leden, misschien nog wel er overheen, dat is ook wel iets. We gaan 750 panelen installeren in Amsterdam West, dus dat valt wel mooi samen met 750 leden, rondom dat soort moment kun je zo’n event organiseren.
Marten
Hoeveel events per jaar kom je dan op?
Thijs
Voor mij is dit de eerste die ik buiten de ALV om organiseer, dus ik hoop op nog veel meer (haha). We moeten ook kijken hoeveel mensen hierop af komen, dat weet ik niet precies.
Marten
Want zijn het vooral dezelfde mensen die op de evenementen komen?
Thijs
Bij de ledenvergadering wel, maar heb je wel bij elke club.
Marten
Wat zou je uit die events willen halen, wat levert het op, als mensen elkaar wel kennen?
Thijs
Dat de drempel lager wordt om zich op een andere manier in te zetten. Voor mij is het belangrijk dat als je ook op zo’n ledenavond bent, dat je concrete aanknopingspunten hebt om verder mee te doen. Als je al een keer bent geweest, is de drempel om nog een keer te komen, lager.
Making energy tangible
Marten
Juist. Nog over die andere uitdaging: energie is niet tastbaar. Heb je al ideeën, over hoe je dat kunt veranderen?
Thijs
Die reclame van die grijze stroom die uit het stopcontact komt, van ‘wat ruikt het muf’. Die vond ik altijd heel leuk.
Marten
Haha
Thijs
Want zo werkt het natuurlijk niet hè, haha. Oh ja, snif snif, we hebben van die kapitalistische stroom! Nou, je kunt het wel tastbaar maken door die projecten die we doen. Het zonnepanelenproject, maar ook het streven naar een windmolen, dat roept een heel helder beeld op bij mensen, je kunt het ook over aantallen hebben, over huishoudens die je ermee bedient, en dan maak je het wel tastbaar.
Marten
Door…
Thijs
Doordat je door de stad kunt fietsen, langs gebouwen kunt komen, en dat je weet, ‘hier liggen zonnepanelen van ons, hier wordt lokale duurzame stroom opgewekt’! We krijgen een deel van de stroom die in de Havens wordt opgewekt, met windmolens. Nou, veel Amsterdammers kennen die havens, die windmolens daar wel, dat roept wel een idee op, daar komt onze stroom vandaan.
Marten
Ja. En werk je dan ook met beelden daarvan op de website, of nieuwsbrief?
Thijs
Ja, zeker, dus als die panelen maandag op het dag gaan, moeten daar wel foto’s gemaakt worden.
Marten
Zijn jullie actief op social media?
Thijs
Ja, Facebook. Twitter niet echt. Onlangs begonnen met Instagram, maar dat is nog een beetje vogelen. Ik vind het prettig van achter mijn laptop te werken, maar dat kan dus niet met Instagram, dus nog even wat handigheid in krijgen [snap je ‘m - MB], haha. Maar daar bereik je wel weer een andere doelgroep mee, dus je moet het gewoon wel inzetten.
Marten
Namelijk, wie?
Thijs
Jonger publiek. En je hebt denk ik, verdeeld over de generaties, andere motieven om te kiezen voor een energieleverancier, ja. Als je kijkt naar zo’n club als Extinction Rebellion, dat zijn over het algemeen heel jonge mensen, die wel heel kritisch daar over nadenken, en als je als student, of als je net afgestudeerd bent, je eerste energiecontract gaat afsluiten, dan wil je wel dat mensen denken ‘om nieuwe energie’, ‘Amsterdam Energie’. Daar moet ik zijn.
Realizing new infrastructure: solar panels
Marten
Ja, laten we langzaam overgaan van werving en betrokkenheid van leden naar infrastructuur. Om te beginnen: leden beslissen mee over waarin geïnvesteerd wordt. De nieuwe zonnepanelen die nu worden opgeleverd, die zijn door dat proces heen gegaan…?
Thijs
Die zonnepanelen zijn een beetje een ander verhaal, omdat we daar gebruik maken van de postcoderegeling. Dat betekent eigenlijk dat mensen die investeren in een collectief zonnedak, die krijgen korting op hun energiebelasting, en die krijgen de opbrengst voor de stroom die met die zonnepanelen wordt opgewerkt. De manier waarop zo’n project wordt gefinancierd, bijvoorbeeld die 750 panelen in Amsterdam West, die worden verkocht aan: eerst de mensen die in de panden wonen waarop ze liggen, vervolgens mensen uit de straat, en daarna ook mensen uit omliggende postcodegebieden – de “postcoderoos”. Op die manier wordt het project voorgefinancierd. Dat wat betreft het zonnepanelenproject: je moet die panelen verkopen en dan als het dak is uitverkocht, dan worden ze geïnstalleerd.
Marten
Dat betekent dat jullie er ook zelf niet in hebben geïnvesteerd?
Thijs
Nee. Die ruimte, die financiële mogelijkheden, hebben we ook niet. Dat is ook de uitdaging, want als we op een gegeven moment met windmolens aan de slag zouden gaan, dan wordt het wel spannend, want dan kun je niet voorfinancieren met wat omwonenden, die een stukje van de windmolen kopen. Dus dat is een uitdaging waar we nu voor staan.
Wind turbines
Marten
Namelijk, te groeien? Want kunnen jullie nu al meepraten over nieuwe windmolens? Zijn jullie deel van een netwerk?
Thijs
Amsterdam is een grote stad, we zijn niet de enige coöperatie die actief is in Amsterdam. Je hebt nog drieandereburgercoöperaties, die zijn verenigd in Amsterdam Wind, en dat is de coöperatieve coalitie voor windenergie. En daar werken we dan samen mee. En daar vanuit werken we weer samen met NDSM energie, dat is een bedrijvencoöperatie, en daarin trekken we samen op naar de gemeente toen, ‘hé, wij willen graag windmolens gaan ontwikkelen’. En gelukkig heb je in Nederland ook nog andere clubs die zich inzetten voor coöperatieve windmolens, Windvogel bijv. Die zijn groter en hebben ook wat meer ervaring ermee en hopelijk via die weg kun je dan ook wat financiering regelen.
Marten
Dat de Windvogel daarin meehelpt…
Thijs
Ja, en wat voor juridische vorm het dan precies aanneemt, dat moeten we nog uitzoeken.
Marten
Op wat voor schaal hebben we het?
Thijs
Dat hangt van de kansen die we kunnen krijgen. De Gemeente Amsterdam is op dit moment rondom de stad aan het kijken, welke locaties geschikt kunnen zijn, en voor ons is het vervolgens heel belangrijk: hoe ga je met die directe omgeving gestalte geven aan het coöperatieve denken. Hoe kunnen die mensen meeprofiteren van zo’n windmolen.
Marten
Ja, want die regionale klimaattafels
Thijs
Ja, dat je zo’n regionale energiestrategie moet ontwikkelen...
Marten
…Ja precies ja…
Thijs
…De RES.
Energy cooperatives and energy democracy
Marten
Zijn jullie daarbij betrokken?
Thijs
Nee.
Marten
Zou dat wel moeten?
Thijs
Nou, in die zin, als er locaties zijn gevonden, die voldoen aan allerlei eisen waar windmolens kunnen komen, dat het heel belangrijk is dat je burgers heel vroeg in het traject gaat betrekken. En burgers kun je makkelijk betrekken via coöperaties. Ik denk ook, als je denkt in termen van energiedemocratie, als je mensen medezeggenschap geeft, en eigenaarschap, dan is er ook draagvlak voor, zo’n transitie. Dan is het niet alleen het klimaat dat we daarmee kunnen helpen, maar profiteren bewoners ook van zo’n windmolen in hun omgeving.
Marten
Dit heb je ook in eigen ervaring gezien [dat medezeggenschap en eigenaarschap draagvlak creëert - MB], of is dit je verwachting? Heb je dit ‘in actie’ gezien?
Thijs
Ja, op andere plekken in Nederland wel. Of ik nu een concreet voorbeeld van kan geven… Nou, recent bij Utrecht is er een polder waar het College van Burgermeesters en Wethouders besloten, daar willen we met een coöperatie een energiepark gaan ontwikkelen, juist omdat je op die manier, de bewoners die er omheen zitten erbij kunt betrekken.
Marten
Is er een andere manier om bewoners erbij te betrekken?
Thijs
Ja, je kunt het natuurlijk op de ouderwetste manier doen, met een informatiebijeenkomst, maar dan is de verstandhouding van bewoner en gemeente heel anders, dan heb je toch meer dat de overheid zendt.
Marten
Dus dat is geen reëel alternatief, zeg maar?
Thijs
Nee, het is niet participatief.
Marten
Dus is er geen alternatief?
Thijs
Ja, vast wel toch. Haha. Ik kijk jou aan, misschien weet je het beter dan ik?
Marten
Euh, als ik hardop nadenk: er is een energiebedrijf, dat gedwongen wordt via lokale overheid om een fonds op te richten ten bate van de direct omwonenden van een energiepark.
Thijs
Ja, je hebt allerlei tussenvormen natuurlijk hè. Niet per se een consortium, maar een samenwerking tussen energiemaatschappijen en coöperaties. Dat is bijvoorbeeld hoe we aan Havenwind komen, dat is een samenwerking tussen het Havenbedrijf, Eneco, en Amsterdam Energie. Dus die windmolens zijn niet van ons, maar we krijgen een deel van de energie.
Ja, op die manier kun je het natuurlijk ook inkleden, omdat energiecoöperaties nou niet altijd kapitaalkrachtig zijn. En nu is er landelijk afgesproken dat 50% van alle nieuwe energieopwekking in de handen van burgers moet zijn. Dat is het klimaatakkoord. Dat is een heel mooie ambitie. Maar hoe je dat concreet invulling geeft? Je zou kunnen zeggen, voor elke twee nieuwe windmolens moet er één coöperatief zijn, maar je kan ook zeggen, er worden twee windmolens gebouwd, de helft daarvan is in bezit van coöperatie, en de andere helft voor een energiemaatschappij.
Running the cooperative
Marten
Even terug naar de lokale schaal: is er een minimum waarop jullie willen zitten – hier kunnen we slagvaardig…
Thijs
…en duurzaam zijn. Nou ik denk dat toen Amsterdam Energie opgericht werd de ambitie was om binnen 5 jaar naar 2000 leden te gaan. Want vanaf 2000 leden heb je een organisatie die zichzelf in stand kan houden. En dat is dus ook de doelstelling waar ik naar toewerk.
Marten
En in stand houden betekent dat jullie financieel nu ook zelfstandig zijn?
Thijs
Ja, in de zin dat het een schuldenvrije organisatie is, de samenwerking met ‘om’ gaat goed. Maar ja, het is niet een organisatie die heel veel financiële middelen heeft.
Marten
En de vrijwilligerskwestie is hier ook deel van? Dat je als je meer leden hebt je dan ook mensen in dienst kunt nemen?
Thijs
Dat is ook voor de lange termijn voor een organisatie belangrijk, ja.
Marten
Qua investeringen doen, kunnen jullie nu voort met postcoderoosregelingen?
Thijs
Ja, de manier die we daarop gevonden hebben, voor elk project kunnen we het door deelnemers laten voorfinancieren en dan kunnen we het realiseren. Daar kunnen we mee doorgaan. We doen nu ook met aan de verkiezing voor West Begroot [participatief budgetinitiatief van Stadsdeel West van Amsterdam].
Marten
Oh, leuk!
Thijs
Ja heb je al gestemd?
Marten
Nee!
Thijs
Want we staan erop! Want wat we daar eigenlijk willen, met beperkt budget, om meer aandacht te kunnen genereren voor de inwoners van West, van, hé, dit is wat er kan!
Marten
Vorig jaar precies dit idee ingediend, dus ik ga op je stemmen, haha!
Thijs
Haha, heel goed! Ja, om te zeggen ‘dit kán gewoon’. We hebben nu 750 panelen op de Marcantilaan, en er zijn zoveel daken, als je vanaf bovenop Amsterdam West, dat is allemaal dezelfde bebouwing op een gegeven moment. Dat zijn allemaal platte grintdaken. Perfect gewoon.
Marten
Ja.
Thijs
Dus op die manier kunnen we dat verder uitrollen. Het enige is, je moet die daken hebben, dat is de beperkende factor. Het verkopen van die panelen lukt, mensen willen groene energie.
Working with homeowners’ associations and housing corporations
Marten
Juist, ja. De laatste vraag gaat daarover, die daken heb je nodig, hoe is de samenwerking met woningcorporaties, hoe is dat gegaan bij de Marcantilaan? Zijn daar lessen uit te trekken?
Thijs
Nou, we richten ons vooral op VvE’s. Dat kunnen gemengde VvE’s, met woningcorporatie erin, of geheel particuliere VvE’s. Maar de ervaring leert dat woningcorporaties dit graag zelf in handen willen hebben en dat ze eigenlijk helemaal niet zo staan te springen voor een partner van buitenaf, die dat gaat regelen. Ik kan me die positie van corporaties ook best voorstellen: hun doelstelling is primair huisvesting en ze staan ook best onder druk, als je kijkt naar beleid vanuit Den Haag, de verhuurdersheffing. En dan komen dan ook nog allerlei duurzaamheidsambities of -eisen bij, vanuit de gemeente bijvoorbeeld, en dat zitten we best wel tussen een rock en een hard place. Dat het nu aan de Marcantilaan gelukt is, met bewoners én Ymere, dus een gemengde VvE, om daar toestemming te krijgen om die daken te gebruiken: dat is een uitzondering. Volgens mij is dit in Amsterdam voor het eerst gelukt, om het met een gemengde VvE te doen. Grappig genoeg was dat omdat bewoners ons op een gegeven moment benaderd hebben, toen heel lang gelobbyd bij Ymere, steeds een hoger treetje hoger in managementlaag, en op een gegeven moment was er een werkbezoek van Koning Willem Alexander (in juli 2018 – MB), en toen bleek op het laatste moment dat hij ook naar de Marcantilaan ging en toen was er dus zoveel publiciteit geweest voor dat initiatief, dat er toen redelijk snel een toestemming van Ymere kwam.
Marten
Maar dat is een proces van jaren en jaren
Thijs
Ja, daar zijn jaren overheen gegaan. Dat is dus vaak, hoewel woningcorporaties niet de eigenaren zijn van dat dak [omdat kopers in de VvE mede-eigenaar zijn – MB], ze zich vaak wel nog zo gedragen. Ze hebben natuurlijk een heel groot belang in die VvE, 40%, 50%, misschien nog meer, én ze zijn natuurlijk altijd goed vertegenwoordigd op de ledenvergaderingen van die VvE. Dus dat is lastig. Als je hen niet meekrijgt, dan is het echt een lastige opgave. Dus echte corporatiegebouwen sec daar richten we ons überhaupt niet op, want dan doen ze gewoon zelf, willen ze zelf doen.
Marten
Maar doen ze ook…
Thijs
Weinig. Als je gewoon huurder bent van een corporatiewoning, dan is het echt lastig. Dan gebeurt er eigenlijk niets. Dan gaat de prioriteit van de corporatie gaat uit naar de woning isoleren. Ja. Is ook belangrijk.
Marten
Dat is dus met name omdat ze primair een huisvestingstaak hebben.
Thijs
Ik denk dat een financiële kwestie is. Ze kijken, ‘wat voor taken hebben we’, dan blijft er gewoon heel weinig over. Terwijl, zoals ik net als zei, de manier zoals wij het doen, hoeft een corporatie eigenlijk niets te betalen.
Marten
En dus… waar zijn ze bang voor?
Thijs
Ze zijn gewend om op grote schaal projecten uit te rollen, om tegelijk 5 gebouwen in een wijk aan te pakken, en bam, bam, bam op dezelfde manier uit te rollen. Het is een soort logger, ambtelijker apparaat.
Marten
Is er les die je hebt getrokken: het heeft jaren geduurd, kan het de volgende keer sneller?
Thijs
Ja, ons eerste dak was een metrostation, Reigersbos. Nu heeft de GVB ons idee gekopieerd en komen er op alle stations zonnepanelen. Hartstikke goed, zijn we natuurlijk erg blij mee als dat lukt. Het volgende zonnedak was op een hotel. En nu dit derde is dus op een VvE, en dan heb je dus een succesverhaal. En ik denk dat als je ten opzichte van andere VvE’s kan laten zien, ‘dit is onze ervaring met het project, zo ziet het er uit’, dat het dan veel makkelijker gaat. Als je een succesverhaal voor kunt leggen.
Tegelijkertijd, dat is ook een les, elke VvE heeft zijn eigen dynamiek, andere bewoners, de verhoudingen onderling, dat maakt gewoon dat het maatwerk is.
Marten
Juist. Dat lijkt me een mooie les om mee te eindigen. Hartelijk dank!